molecule

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  molecule    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌmoləˈkylə/ (3 of 4 lettergrepen); /moləˈkyɫ/
Woordafbreking
  • mo·le·cu·le
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans molecule, in de betekenis van ‘kleinste deel met alle chemische eigenschappen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord molecule moleculen
molecules
verkleinwoord moleculetje
molecuultje
moleculetjes
molecuultjes

Zelfstandig naamwoord

demoleculev

  1. (natuurkunde), (scheikunde) het kleinste deeltje van een stof dat nog alle eigenschappen van die stof bezit
Schrijfwijzen
  • molecuul (meer vernederlandste uitspraak)
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord molecule staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Zelfstandig naamwoord

molecule

  1. molecule
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.