naaldaar

Nederlands

Uitspraak

Geluid: naaldaar (hulp, bestand)

(IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

naald·aar

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van naald zn en aar zn ^[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	naaldaar	naaldaren
verkleinwoord	naaldaartje	naaldaartjes

Zelfstandig naamwoord

de naaldaar v / m

(bloemplanten) een geslacht Setaria uit de grassenfamilie (Poaceae ). De soorten komen voor in vrijwel de hele wereld. De botanische naam is afgeleid van het Latijns seta ("haar" of "stoppel") en verwijst naar de borstelige aren van deze soorten

Hyperoniemen

grassenfamilie, zaadplanten, eenzaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

Chinese naaldaar, geelrode naaldaar, groene naaldaar, kransnaaldaar, trosgierst

Gangbaarheid

Het woord 'naaldaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

[1] naaldaar in het Nederlands Soortenregister N
[1] naaldaar op Wikidata

Verwijzingen

↑ naaldaar op website: Etymologiebank.nl

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.