negenhonderdtachtig

Nederlands

0980
negenhonderdtachtig,
op een abacus
Uitspraak
  • Geluid:  negenhonderdtachtig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌneɣə(n)ˌhɔndərˈtɑxtəx/ (6 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ne·gen·hon·derd·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

negenhonderdtachtig

  1. "980", het getal tussen negenhonderdnegenenzeventig en negenhonderdeenentachtig, negenhonderd plus tachtig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen negenhonderdtachtig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer negenhonderdtachtig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • negenhonderdtachtigste

hooftelwoorden samengesteld met "negenhonderdtachtig" ht als linkerdeel

  • negenhonderdtachtigduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord negenhonderdtachtig negenhonderdtachtigs
verkleinwoord negenhonderdtachtigje negenhonderdtachtigjes

Zelfstandig naamwoord

denegenhonderdtachtigv/m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 980 is aangeduid
    • Als jij negenhonderdtachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

denegenhonderdtachtigmv

  1. groep van 980 eenheden
    • Die negenhonderdtachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'negenhonderdtachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.