noordpool

Niet te verwarren met: Noordpool

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  noordpool    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • noord·pool
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord noordpool noordpolen
verkleinwoord noordpooltje noordpooltjes

Zelfstandig naamwoord

denoordpoolv/m

  1. (aardrijkskunde) het uiteinde van de aardas op 90 graden noorderbreedte
    • Een kompasnaald wijst met z'n zuidpool naar de magnetische noordpool van de aarde. 
  2. (natuurkunde), (techniek) het punt van een magneet waar de veldlijnen naar buiten komen
    • Iedere magneet heeft een zuid- en een noordpool. 
  3. (natuurkunde), (techniek) het uiteinde van de as van een omwentelingslichaam, of van een elektrische geleider, dat door het hulpmiddel van de zg. “rechterhandregel” als noordpool wordt aangewezen
    • De magnetische noordpool van de aarde valt niet precies samen met de geografische. 
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord noordpool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.