pór

Nedersorbisch

Woordafbreking
  • pór

Zelfstandig naamwoord

pór

  1. paar


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /pɔːr/
Woordafbreking
  • pór
Woordherkomst en -opbouw
  1. Afgeleid van het Latijnse porrum
  2. Afgeleid van het Latijnse porus

Zelfstandig naamwoord

pór monbezield

  1. (plantkunde)(groente) prei, een look die als groente gegeten wordt
    «Pór potřebuje ke klíčení tmu.»
    Prei heeft voor het kiemen het duister nodig.
  2. porie; een microscopisch gaatje
    «Existují muži s romantickýma očima a s vášní v každém póru svého těla.»
    Er bestaan mannen met romantische ogen en met passie in elke porie van je lichaam.
  3. porie; een kleine opening aan het oppervlak van een voorwerp
Verbuiging
Schrijfwijzen
  1. Oude schrijfwijze: póra v
Synoniemen
  1. pórek monbezield, pór zahradní monbezield
  2. průduch monbezield
Hyperoniemen
  1. rostlina v, zelenina v
Afgeleide begrippen
  • pórek monbezield
  • porézní
  • pórobeton monbezield
Typische woordcombinaties
  • rozšířené póry monbezieldmv – verwijde poriën
  • ucpané póry monbezieldmv – verstopte poriën
Verwante begrippen
  • pórkový
Paroniemen

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.