panda

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  panda    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pan·da
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kleine beer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord panda panda's
verkleinwoord pandaatje pandaatjes

Zelfstandig naamwoord

depandam

  1. (roofdieren) beerachtig dier uit het Himalayagebied
    • Er zijn twee soorten panda's: grote en kleine. 
Hyponiemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord panda staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  panda (VS)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
panda pandas

Zelfstandig naamwoord

panda

  1. (roofdieren) panda

Frans

enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  panda     le panda     pandas     les pandas  

Zelfstandig naamwoord

panda m

  1. (roofdieren) panda

Turks

Woordafbreking
  • pan·da
enkelvoud meervoud
nominatief   panda     pandalar  
genitief   pandanın     pandaların  
datief   pandaya     pandalara  
accusatief   pandayı     pandaları  
locatief   pandada     pandalarda  
ablatief   pandadan     pandalardan  

Zelfstandig naamwoord

panda

  1. (roofdieren) panda
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.