patro

Esperanto

Woordherkomst en -opbouw

Afgeleid van het Latijnse pater, van het Proto-Indo-Europese *ph₂tḗr

  enkelvoud meervoud
nominatief   patro     patroj  
accusatief   patron     patrojn  

Zelfstandig naamwoord

patro

  1. (familie) vader


Ido

Zelfstandig naamwoord

patro

  1. (familie) vader


Slowaaks

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *pętro

Zelfstandig naamwoord

patro o

  1. (bouwkunde) etage, verdieping


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /patrɔ/
  • Geluid:  patro    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pa·t·ro
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *pętro

Zelfstandig naamwoord

patro o

  1. (bouwkunde) etage, verdieping
  2. (anatomie) gehemelte, verhemelte, palatum
Verbuiging
Synoniemen
  1. podlaží o, poschodí o, postropí o, etáž
  2. půnebí o
Hyponiemen
  1. přízemí o, sklep monbezield
Afgeleide begrippen
  • patérko o
  • patrový
Typische woordcombinaties
  • měkké patro o
  • tvrdé patro o
  • výška patra vvloerhoogte
Verwante begrippen
  • dvoupatrový
  • jednopatrový

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.