piemelkrieltje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  piemelkrieltje    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • pie·mel·kriel·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord piemelkrieltje piemelkrieltjes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetpiemelkrieltjeo dim. tant.

  1. (tweevleugeligen) Paragus tibialis  een vliegensoort uit de familie van de zweefvliegen (Syrphidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1817 als Pipiza tibialis gepubliceerd door Carl Fredrik Fallén. Het is een Palearctische soort die voorkomt van West-Europa en Noord-Afrika tot in Rusland en het Midden-Oosten. In Zuid-Europa is het een vrij algemene soort. Hij wordt vooral aangetroffen in droge gebieden. Er zijn oude vondsten uit Nederland bekend, maar mogelijk is de soort daar verdwenen als gevolg van de vergrassing van droge zandgronden
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'piemelkrieltje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.