pres

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pres    (hulp, bestand)
  • IPA: /prɛs/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • pres
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
pressen

pres

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pressen
    • Ik pres. 
  2. gebiedende wijs van pressen
    • Pres! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pressen
    • Pres je? 

Gangbaarheid

  • Het woord pres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Bretons

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

pres

  1. (meubel) kas

Meer informatie

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /prɛs/
Woordafbreking
  • pres
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Latijnse premō

Zelfstandig naamwoord

pres monbezield

  1. (verouderd) pers
  2. (spreektaal) druk
Verbuiging
Synoniemen
  1. lis monbezield
  2. tlak monbezield
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen

    Zelfstandig naamwoord

    pres

    1. genitief meervoud van preso
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.