raadsel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  raadsel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • raad·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘puzzel’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Naamwoord van handeling van raden met het achtervoegsel -sel.
enkelvoud meervoud
naamwoord raadsel raadselen
raadsels
verkleinwoord raadseltje raadseltjes

Zelfstandig naamwoord

hetraadselo

  1. iets waarnaar men moet raden; iets waarvan de betekenis niet helemaal duidelijk is
    • Wat er precies gebeurd is, blijft een raadsel. 
     `Onze gasten kunnen gerust slapen in de wetenschap dat hun vertrekken duchtig worden bewaakt; zei Montebello. `Om zich toegang te verschaffen tot de bovenverdiepingen dient men te passeren tussen de hybride verschijningsvorm van de angst en het verraderlijk spinnende poesje dat voor raadselen stelt, die respectievelijk staan voor het weinig realistische zelfbeeld van de man en het wezen van de vrouw, als u het mij toestaat u te amuseren met mijn dilettantisme op het gebied van de symboliek.[2]
Hyponiemen

beeldraadsel, figuurraadsel, kruiswoordraadsel, lettergreepraadsel, ontraadselen, wereldraadsel, woordraadsel

Afgeleide begrippen

ontraadselen raadselachtig, raadselachtigheid, raadselrijm, raadselspel,

Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord raadsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.