raapzaad
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: raapzaad (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrapsat / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- raap·zaad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van raap zn en zaad zn [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | raapzaad | raapzaden |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het raapzaad o
- (bloemplanten) (groente) Brassica rapa een plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae ). Het is een typische voorjaarsplant. De plant kan meer dan 1 m hoog worden. De plant kleurt eind maart en begin april in korte tijd veel bermen in een felle gele pracht. De gele kleur in bermen in mei komt vaak door de herik (Sinapis arvensis )
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Hyponiemen
- winterraapzaad
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- consumptieknol, knolraap, meiraap, raapsteel, raapsteeltjes, raapstelen, snijkool, snijmoes
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord raapzaad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.