rechterhand

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rechterhand    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɛxtərˌhɑnt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • rech·ter·hand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechterhand rechterhanden
verkleinwoord rechterhandje rechterhandjes

Zelfstandig naamwoord

derechterhandv/m

  1. (anatomie) de hand aan de overzijde van waar zich in het lichaam gewoonlijk het hart bevindt
    • De meeste mensen schrijven met hun rechterhand. 
  2. een assistent van een persoon.
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rechterhand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.