risus
Latijn
Woordherkomst en -opbouw
- Voltooid deelwoord van ridere ("lachen")
Zelfstandig naamwoord
rīsus m
Uitdrukkingen en gezegden
- risui esse alicui
door iemand uitgelachen worden
- risum dare
stof tot lachen geven
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | rīsus | rīsūs |
genitief | rīsūs | rīsuum |
datief | rīsuī (rīsū) | rīsibus |
accusatief | rīsum | rīsūs |
vocatief | rīsus | rīsūs |
ablatief | rīsū | rīsibus |
Deelwoord
vervoeging van |
---|
ridere |
risus
- passief perfectum van ridere
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.