robben/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van robben
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		robben			te robben
onvoltooid	toekomend		zullen robben			te zullen robben
voltooid	tegenwoordig		hebben gerobd			te hebben gerobd
voltooid	toekomend		gerobd zullen hebben			gerobd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	robbend		gerobd			ev. rob	mv. verouderd robt	robbe
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	rob	robt	robt	robt	robt	robben	robben	robben
verleden (o.v.t.)	robde	robde	robde	robde	robde	robden	robden	robden
toekomend (o.t.t.t.)	zal robben	zult/zal robben	zult/zal robben	zult robben	zal robben	zullen robben	zullen robben	zullen robben
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou robben	zou robben	zou(dt) robben	zoudt robben	zou robben	zouden robben	zouden robben	zouden robben
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gerobd	hebt gerobd	hebt/heeft gerobd	hebt gerobd	heeft gerobd	hebben gerobd	hebben gerobd	hebben gerobd
verleden (v.v.t.)	had gerobd	had gerobd	had gerobd	hadt gerobd	had gerobd	hadden gerobd	hadden gerobd	hadden gerobd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gerobd hebben	zal/zult gerobd hebben	zult/zal gerobd hebben	zult gerobd hebben	zal gerobd hebben	zullen gerobd hebben	zullen gerobd hebben	zullen gerobd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gerobd hebben	zou gerobd hebben	zou/zoudt gerobd hebben	zoudt gerobd hebben	zou gerobd hebben	zouden gerobd hebben	zouden gerobd hebben	zouden gerobd hebben

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.