roofdier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  roofdier    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrovdir/
Woordafbreking
  • roof·dier
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zoogdier dat van vlees leeft’ voor het eerst aangetroffen in 1761 [1]
  • samenstelling van  roof ww  en  dier zn 
enkelvoud meervoud
naamwoord roofdier roofdieren
verkleinwoord roofdiertje roofdiertjes

Zelfstandig naamwoord

hetroofdiero

  1. (dierkunde) dier dat zijn prooi bejaagt en doodt
    1. aanduiding voor zoogdier uit de orde Carnivora 
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • [1.1] zie de categorie: Roofdieren in het Nederlands
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord roofdier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.