melk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  melk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɛlək/ (1 of 2 lettergrepen); /mɛlk/
Woordafbreking
  • melk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord melk -
verkleinwoord melkje melkjes

Zelfstandig naamwoord

demelkv/m

  1. voedzaam vocht uit de melkklieren van vrouwelijke zoogdieren
  2. witte vloeistof (suspensie) van andere herkomst, bijvoorbeeld van soja of kokosnoot (sojamelk resp. kokosmelk)
  3. (veeteelt), (drinken) zuivelproduct geschikt voor menselijke consumptie
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Als het melk regent, staan mijn schotels omgekeerd
  • De ( of zijn) melk ( of room) optrekken
Stoett-1496 [4]
Iemand erg in de verleiding brengen
  • Een land van melk en honing zijn
een land waar het goed en voorspoedig leven is
  • Veel in de melk te brokkelen (of brokken) hebben
veel invloed ergens hebben
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
melken

melk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van melken
    • Ik melk. 
  2. gebiedende wijs van melken
    • Melk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van melken
    • Melk je? 

Gangbaarheid

  • Het woord melk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
enkelvoud meervoud
naamwoord melk -

Zelfstandig naamwoord

melk

  1. (drinken) melk

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

melk

  1. (drinken) melk
Afgeleide begrippen

Veluws

Zelfstandig naamwoord

melk

  1. (drinken) melk
Afgeleide begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.