ruïne

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ruïne    (hulp, bestand)
  • IPA: /ryˈwinə/ (3 lettergrepen); /ryˈinə/
Woordafbreking
  • ru·i·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bouwval’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord ruïne ruïnes
ruïnen
verkleinwoord ruïnetje ruïnetjes

Zelfstandig naamwoord

deruïnev

  1. een zeer vervallen gebouw
    • Deze ruïne is alles wat er van van het vroegere kasteel rest. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ruïne staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.