ruïneren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ruïneren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌryiˈnerə(n)/
Woordafbreking
  • ru·i·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ruïneren
ruïneerde
geruïneerd
zwak -d volledig

Werkwoord

ruïneren

  1. overgankelijk helemaal kapotmaken
    • In de oorlog is de hele stad geruïneerd. 
  2. overgankelijk iemand financieel te gronde richten
    • Die zakenman is compleet geruïneerd. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ruïneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.