sat

Deens

Uitspraak
  • IPA: /ˈsad/
Woordafbreking
  • sat

Werkwoord

sat

  1. voltooid deelwoord van sætte

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  sat (VS)    (hulp, bestand)

Werkwoord

sat

  1. verleden tijd van sit
  2. voltooid deelwoord van sit

Nynorsk

Woordafbreking
  • sat

Werkwoord

sat

  1. verleden tijd van sitta

Werkwoord

sat

  1. verleden tijd van sitte

Werkwoord

sat

  1. verleden tijd van sitja

Werkwoord

sat

  1. verleden tijd van sitje


Roemeens

enkelvoud meervoud
nominatief en accusatief sat sate
lidwoordsvorm satul satele
datief en genitief satului satelor
vocatief

Zelfstandig naamwoord

sat o

  1. dorp
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.