schijnbeeld
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schijnbeeld (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schijn·beeld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schijn zn en beeld zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schijnbeeld | schijnbeelden |
verkleinwoord | schijnbeeldje | schijnbeeldjes |
Zelfstandig naamwoord
het schijnbeeld o [1]
- iets dat men denkt te zien maar dat niet bestaat
- ▸ Hoe is het met je, lichtgelovige, streef je tevergeefs naar een vluchtig schijnbeeld? Dat waar je begeerte naar uitgaat is nergens.[2]
Synoniemen
- chimère, verzinsel, waan, droombeeld, begoocheling, drogbeeld, fantasie, hersenspook, illusie, inbeelding, luchtkasteel, hersenschim, spook, hersenspinsel, visioen, utopie, fantoom, dromerij, schaduwbeeld
Gangbaarheid
- Het woord schijnbeeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Valentijn Meininger“Vertoog over de liefde” (1987), Het Spectrum , ISBN 9027418063
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.