schoondochter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schoondochter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schoon·doch·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schoondochter schoondochters
verkleinwoord schoondochtertje schoondochtertjes

Zelfstandig naamwoord

deschoondochterv

  1. (familie) de vrouw van een zoon of dochter
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schoondochter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.