schrijnwerker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schrijnwerker    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxrɛiɱwɛrkər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • schrijn·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schrijnwerker schrijnwerkers
verkleinwoord schrijnwerkertje schrijnwerkertjes

Zelfstandig naamwoord

deschrijnwerkerm

  1. (beroep) een houtbewerker en maker van kasten en meubels
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schrijnwerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.