schteealt

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈʃteːalt /
Woordafbreking
  • schtee·alt
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Duitse woord  steinalt bn 
stellend vergrotend overtreffend
schteealt- - -- - -
Sterke verbuiging [1] mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief schteealder schteealdi schteealt schteealde
datief schteealdem schteealder schteealdem schteealde
accusatief schteealder schteealdi schteealt schteealde
zwakke verbuiging [2] mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief schteealt schteealt schteealt schteealde
datief schteealde schteealde schteealde schteealde
accusatief schteealt schteealt schteealt schteealde
Gemengde verbuiging [3] mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief schteealder schteealdi schteealt schteealde
datief schteealde schteealde schteealde schteealde
accusatief schteealder schteealdi schteealt schteealde

Bijvoeglijk naamwoord

schteealt

  1. oeroud, stokoud
Schrijfwijzen
Opmerkingen

Bijvoeglijk naamwoord

schteealt

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud stellende trap van schteealt

schteealt

  1. bepaald nominatief en accusatief enkelvoud stellende trap van schteealt

schteealt

  1. onbepaald nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud stellende trap van schteealt

Verwijzingen

  1. zonder lidwoord
  2. met bepaald lidwoord
  3. met onbepaald lidwoord: ein, kein, mein, dein, sein, ihr (v, enk), unser, euer, ihr (mv), Ihr
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.