slaapbeen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slaapbeen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈslaben/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • slaap·been
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slaapbeen slaapbeenderen
slaapbenen
verkleinwoord slaapbeentje slaapbeentjes

Zelfstandig naamwoord

hetslaapbeeno

  1. (anatomie) een van de beenderen van de schedel
    • Het slaapbeen was ernstig beschadigd. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord slaapbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.