neusbeen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  neusbeen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnøzben/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • neus·been
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord neusbeen neusbeenderen
neusbenen
verkleinwoord neusbeentje neusbeentjes

Zelfstandig naamwoord

hetneusbeeno

  1. (anatomie) een van de beenderen van de schedel, midden in het gelaat
    • De kogel raakte het neusbeen. 
     Uit het julinummer citeer ik het antwoord op de vraag: „Wat moet ik doen als ik een bloedneus heb?’’ Jasper Rebel, arts van de Spoedeisende Hulp: „Ga rustig zitten en snuit uw neus zodat eventuele bloedpropjes eruit zijn. Houd uw hoofd licht voorover en knijp dan uw neus dicht, vlak onder het hard aanvoelende neusbeen. Adem rustig door de mond. Blijf zo minstens 20 minuten zitten met uw neus dichtgeknepen.”[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord neusbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Frits Abrahams
    “Medische tips” (9 oktober 2015) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.