wandbeen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wandbeen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɑndben/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wand·been
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wandbeen wandbeenderen
wandbenen
verkleinwoord wandbeentje wandbeentjes

Zelfstandig naamwoord

hetwandbeeno (zie afbeelding: regio tmp)

  1. (anatomie) een van de beenderen van de schedel
    • Op de afbeelding was het wandbeen duidelijk te zien. 
Synoniemen
  • (wetenschappelijk) os parietale
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wandbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
32 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.