smakeloos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  smakeloos    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsmakəˌlos/ (3 lettergrepen); /ˈsmaː.kə.los/
Woordafbreking
  • sma·ke·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van smaak met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -e-.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen smakeloossmakelozersmakeloost
verbogen smakelozesmakelozeresmakelooste
partitief smakeloossmakelozers-

Bijvoeglijk naamwoord

smakeloos

  1. (voeding) (van voedsel) wat geen smaak heeft, geen gewaarwording bij het proeven veroorzaakt
    • Het eten bestond uit smakeloze gari, die leek op behangsellijm. 
  2. (figuurlijk) fatsoen of gevoel voor esthetiek en mode ontberend, vulgair
    • zonder goede smaak, onfatsoenlijk 
    • De man maakte smakeloze grappen over de gebruikelijke onderwerpen. 
Synoniemen
Antoniemen

Bijvoeglijk naamwoord

smakeloos

  1. partitief van de stellende trap van smakeloos
    • Dat is iets smakeloos... 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord smakeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.