smid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  smid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • smid
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘metaalbewerker’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1138 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord smid smeden
verkleinwoord smidje smidjes

Zelfstandig naamwoord

desmidm

  1. (beroep) iemand die gloeiend metaal bewerkt met een hamer op een aambeeld
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord smid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord smid smede

Zelfstandig naamwoord

smid

  1. (beroep) smid

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

smid m

  1. (beroep) smid
Hyperoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.