spaarpot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spaarpot    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsparpɔt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • spaar·pot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spaarpot spaarpotten
verkleinwoord spaarpotje spaarpotjes

Zelfstandig naamwoord

despaarpotm

  1. afgesloten voorwerp waarin contant geld opgespaard wordt
    • Mijn spaarpot zit vol. 
  2. (figuurlijk) financiële reserve
    • Zij heeft gelukkig nog een spaarpotje om de nieuwe wasmachine te kunnen kopen. 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spaarpot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.