spiering

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spiering    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈspirɪŋ/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • spie·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spiering spieringen
verkleinwoord spierinkje spierinkjes

Zelfstandig naamwoord

despieringm

  1. (straalvinnigen) bepaald soort klein zilverwit visje, Osmerus eperlanus , dat voorkomt in zowel zoet- als zoutwater
    • Hij heeft spieringen in zijn aquarium. 
  2. (voeding) bepaald stuk varkensvlees, afkomstig van de schouder of nek
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • binnenspiering, braadspiering
Afgeleide begrippen
  • spieringbroek, spieringfuik, spieringhaak, spieringklopper, spieringnet, spieringsleper, spieringvangst, spieringvisser
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Opmerkingen
  • De betekenis 2. "bepaald stuk varkensvlees" is buiten Vlaanderen niet gangbaar.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spiering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.