spriet

Uitspraak

• Geluid:  spriet    (hulp, bestand)
• IPA: / sprit / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• spriet

Woordherkomst en -opbouw

• [1] van Middelnederlands spriet, in de betekenis van ‘spruit van een plant’ aangetroffen vanaf 1260 ^{[1] [2] [3]}
• [3] (verkorting) van sprietantenne
• [4] mogelijk klanknabootsing, in de betekenis van ‘ralvogel’ aangetroffen vanaf 1860 ^{[4] [5] [3]}
• [5] van Duits Sprit, ook op te vatten als verkorting van  spiritus zn  ^{[6] [7]}

Zelfstandig naamwoord

de spriet m

1. lang en dun uitgroeisel of voorwerp
2. (figuurlijk) lang en schraal persoon
3. sprietantenne
4. (kraanvogelachtigen) bepaald soort vogel, Crex crex 
5. (informeel) vloeistof met een hoog gehalte alcohol

Werkwoord

spriet

1. enkelvoud tegenwoordige tijd van sprieten
2. gebiedende wijs van sprieten

Gangbaarheid

• Het woord spriet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spriet" herkend door:

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen