stang
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stang (hulp, bestand)
- IPA: /stɑŋ/
Woordafbreking
- stang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stang | stangen |
verkleinwoord | stangetje | stangetjes |
Zelfstandig naamwoord
de stang v / m
- meestal metalen voorwerp in de vorm van een lange stijve cilinder
- Deze stang verbindt de aanhanger met de trekker.
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stangen |
stang
Gangbaarheid
- Het woord stang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stang" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "stang" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ stang op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Werkwoord
stang
- verleden tijd van sting
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.