stres

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stres    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stres

Werkwoord

vervoeging van
stressen

stres

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stressen
    • Ik stres. 
  2. gebiedende wijs van stressen
    • Stres! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stressen
    • Stres je? 

Gangbaarheid

  • Het woord stres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

stres

  1. (medisch) stress; (psychische) zware spanning, geestelijke druk (uit de omgeving)

Meer informatie

Pools

Zelfstandig naamwoord

stres m

  1. (medisch) stress; (psychische) zware spanning, geestelijke druk (uit de omgeving)
Afgeleide begrippen
  • stresować
  • stresować się
  • stresowy

Meer informatie

Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

stres m

  1. (medisch) stress; (psychische) zware spanning, geestelijke druk (uit de omgeving)
Afgeleide begrippen
  • stresovať

Meer informatie

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /strɛs/
Woordafbreking
  • stres
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Engelse stress

Zelfstandig naamwoord

stres monbezield

  1. (medisch) stress; (psychische) zware spanning, geestelijke druk (uit de omgeving)
Verbuiging
Schrijfwijzen
Synoniemen
Antoniemen
  • pohoda v
Afgeleide begrippen
  • antistres m
  • distres m
  • eustres m
  • stresor m
  • stresový
  • stresovat
Verwante begrippen
  • stresování o
  • stresovka v
  • stressový
  • vystresovaný
  • vystresovat

Verwijzingen

    Meer informatie

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.