takt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  takt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • takt
enkelvoud meervoud
naamwoord takt -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

takt

  1. deel van een cyclus in een verbrandingsmotor
Hyponiemen

Werkwoord

vervoeging van
takken

takt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van takken
    • Jij takt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van takken
    • Hij takt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van takken
    • Takt! 

Gangbaarheid

  • Het woord takt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Pools

Zelfstandig naamwoord

takt m

  1. (muziek) maat, metrum; maat in de muziek
  2. tact; gevoel voor hetgeen in een (delicate) situatie passend is
Afgeleide begrippen
  • taktowny
Verwante begrippen
  • nietaktownie
  • nietaktowny
  • taktownie

Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

takt m

  1. (muziek) maat, metrum; maat in de muziek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /takt/
Woordafbreking
  • takt
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Duitse Takt

Zelfstandig naamwoord

takt monbezield

  1. (muziek) maat, metrum; maat in de muziek
  2. (muziek) ritme, tempo
  3. tact; gevoel voor hetgeen in een (delicate) situatie passend is
  4. (techniek) takt; deel van een cyclus in een verbrandingsmotor
Verbuiging
Synoniemen
  1. metrum o
  2. rytmus monbezield, tempo o, doba v
  3. ohleduplnost v, diskrétnost v
  4. doba v
Afgeleide begrippen
  • taktík monbezield
  • taktní
  • taktometr monbezield
  • taktový
Verwante begrippen
  • intaktní
  • netaktní
  • taktně (bw.)
  • taktnost v
  • taktovka v

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.