technik

Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

technik m

  1. technicus

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tɛxnɪk/
Woordafbreking
  • tech·nik

Zelfstandig naamwoord

technik mbezield

  1. technicus
    «Hned za Vámi pošleme servisního technika
    We sturen meteen een servicetechnicus naar u toe.
Verbuiging


Synoniemen
  • mechanik mbezield
  • inženýr mbezield
  • technolog mbezield
Afgeleide begrippen
  • agrotechnik mbezield
  • balneotechnik mbezield
  • elektrotechnik mbezield
  • hydrotechnik mbezield
  • mnemotechnik mbezield
  • netechnik mbezield
  • psychotechnik mbezield
  • pyrotechnik mbezield
  • radiotechnik mbezield
  • technička v
  • teplotechnik mbezield
  • zootechnik mbezield
Typische woordcombinaties
  • měřicí technik mbezield – meettechnicus
  • televizní technik mbezield – televisietechnicus
  • zubní technik mbezield – tandtechnicus
Verwante begrippen
  • technický
  • technika v
  • technikář mbezield
  • technikaření o
  • technikářský
  • technikářství o
  • technikum o
  • technologie v

Verwijzingen

    Zelfstandig naamwoord

    technik

    1. genitief meervoud van technika
      «Operace kolena se provádí pomocí nejnovějších technik
      Een knieoperatie wordt uitgevoerd met behulp van de nieuwste technieken.
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.