uitvoeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitvoeren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈœytfurə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • uit·voe·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tot stand brengen’ voor het eerst aangetroffen in 1580 [1]
  • samenstelling van  uit bw  en  voeren ww 
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitvoeren
voerde uit
uitgevoerd
zwak -d volledig

Werkwoord

uitvoeren

  1. overgankelijk, (economie) exporteren (alle betekenissen)
  2. overgankelijk afhandelen, voltrekken
     Nog voordat ik mijn pakken en overhemden ging uithangen in de kleerkast in de achterkamer, voerde ik het ritueel uit waarmee ik het bureau als mijn territorium markeerde.[2]
     We gingen zitten op het terras van Caffè Lavena. We hadden ook Florian of Quadri kunnen kiezen om ons te laten afzetten in naam van de nostalgie. Ook daar zouden we er zeker van hebben kunnen zijn dat de toeristische exploitatie van een klinkende naam en een elegant verleden met flair en stijl zou worden uitgevoerd.[3]
     Het is prachtig om lekker zen boven op de berg mooie voornemens te maken, maar hoe voer je die in het dagelijkse leven uit? Thuis probeerde ik bijvoorbeeld minder afwezig en met mijn gedachten bij mijn werk te zijn.[4]
  3. overgankelijk ten uitvoer brengen
  4. overgankelijk (informatica)  runnen ww , een programma uitvoeren
Typische woordcombinaties
  • [1]: (consumptie)goederen uitvoeren, uitvoeren van gegevens uit een informatiesysteem
  • [2]: een vonnis uitvoeren, een gerechtelijk bevel uitvoeren
  • [3]: een muziekstuk uitvoeren
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
uitvaren

uitvoeren

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitvaren
    • ...dat wij uitvoeren. 
    • ...dat jullie uitvoeren. 
    • ...dat zij uitvoeren. 

Zelfstandig naamwoord

deuitvoerenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord uitvoer

Gangbaarheid

  • Het woord uitvoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.