unie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  unie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈyni/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • unie
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans union, in de betekenis van ‘vereniging’ voor het eerst aangetroffen in 1524 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord unie unies
verkleinwoord unietje unietjes

Zelfstandig naamwoord

deuniev

  1. samen een eenheid
  2. organisatie met daarin leden die hetzelfde doel voor ogen hebben
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord unie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Nederlands

Zelfstandig naamwoord

unie

  1. unie; organisatie met daarin leden die hetzelfde doel voor ogen hebben

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ʊnɪjɛ/
  • Geluid:  unie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • unie
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Latijnse unio

Zelfstandig naamwoord

unie v

  1. unie; organisatie met daarin leden die hetzelfde doel voor ogen hebben
Verbuiging
Synoniemen
  • sjednocení o
  • spojení o
  • společenství o
  • svaz monbezield
Afgeleide begrippen
  • unijní
  • uniový
Typische woordcombinaties
  • Africká unie v
  • celní unie v
  • dynastická unie v
  • Evropská měnová unie v
  • Evropská unie v
  • Jihoamerická unie v
  • měnová unie v
  • personální unie v
  • reálná unie v
  • Severoamerická unie v
  • Soudcovská unie v
  • Světová poštovní unie v
  • Unie svobody v
Verwante begrippen

Verwijzingen

    Meer informatie

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.