verbum

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verbum    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·bum
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘(werk)woord’ voor het eerst aangetroffen in 1552 [1]
  • afkomstig uit het Latijn
enkelvoud meervoud
naamwoord verbum verba
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetverbumo

  1. woord
  1. werkwoord
    • De spelling van de Nederlandse verba is ook voor geboren en getogen Nederlanders vaak heel lastig. 

Gangbaarheid

  • Het woord verbum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
36 %van de Nederlanders;
53 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Latijn

Zelfstandig naamwoord

verbum o

  1. woord
Verwante begrippen
  • verbosus
Verbuiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.