< vermannelijken
vermannelijken/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van vermannelijken | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | vermannelijken | te vermannelijken | ||||||
toekomend | zullen vermannelijken | te zullen vermannelijken | |||||||
voltooid | tegenwoordig | zijn vermannelijkt | te zijn vermannelijkt | ||||||
toekomend | vermannelijkt zullen zijn | vermannelijkt te zullen zijn | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
vermannelijkend | vermannelijkt | ev. vermannelijk | mv. verouderd vermannelijkt | vermannelijke | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | vermannelijk | vermannelijkt | vermannelijkt | vermannelijkt | vermannelijkt | vermannelijken | vermannelijken | vermannelijken | |
verleden (o.v.t.) | vermannelijkte | vermannelijkte | vermannelijkte | vermannelijkte | vermannelijkte | vermannelijkten | vermannelijkten | vermannelijkten | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal vermannelijken | zult/zal vermannelijken | zult/zal vermannelijken | zult vermannelijken | zal vermannelijken | zullen vermannelijken | zullen vermannelijken | zullen vermannelijken | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou vermannelijken | zou vermannelijken | zou(dt) vermannelijken | zoudt vermannelijken | zou vermannelijken | zouden vermannelijken | zouden vermannelijken | zouden vermannelijken | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben vermannelijkt | bent vermannelijkt | bent/is vermannelijkt | zijt vermannelijkt | is vermannelijkt | zijn vermannelijkt | zijn vermannelijkt | zijn vermannelijkt | |
verleden (v.v.t.) | was vermannelijkt | was vermannelijkt | was vermannelijkt | waart vermannelijkt | was vermannelijkt | waren vermannelijkt | waren vermannelijkt | waren vermannelijkt | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal vermannelijkt zijn | zal/zult vermannelijkt zijn | zult/zal vermannelijkt zijn | zult vermannelijkt zijn | zal vermannelijkt zijn | zullen vermannelijkt zijn | zullen vermannelijkt zijn | zullen vermannelijkt zijn | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou vermannelijkt zijn | zou vermannelijkt zijn | zou/zoudt vermannelijkt zijn | zoudt vermannelijkt zijn | zou vermannelijkt zijn | zouden vermannelijkt zijn | zouden vermannelijkt zijn | zouden vermannelijkt zijn |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.