wetenschapsvrouw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wetenschapsvrouw    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwetənsxɑpsˌfrɑu/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • we·ten·schaps·vrouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wetenschapsvrouw wetenschapsvrouwen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dewetenschapsvrouwv

  1. (wetenschap) vrouw die zich beijvert stelselmatige kennis en begrip op academisch niveau te vergroten
     Toch had Wageningen al in 1921 een landelijke primeur kunnen hebben met de benoeming van juriste Lizzy van Dorp tot hoogleraar economie, statistiek en agrarisch recht. De rector en de senaat van de toenmalige Landbouwhogeschool wilden haar maar al te graag hebben, want ze stond bekend als een eersteklas wetenschapsvrouw met een heldere, oorspronkelijke wijze van redeneren en ze had zichzelf aan de universiteit van Utrecht bewezen als een begaafd docent.[1]
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'wetenschapsvrouw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Marion de Boo
    “Onbereikbare toga” (31 mei 2003) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.