witloof

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  witloof    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɪtlof/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wit·loof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord witloof -
verkleinwoord witloofje witloofjes

Zelfstandig naamwoord

hetwitloofo

  1. (groente) bladeren van met dat doel in het donker geteelde geteelde varianten van cichorei, Cichorium intybus var. foliosum 
    (wikidata: witloof )
     Door het zachte voorjaar is ook de oogst van de lentegroenten zeer goed geslaagd. 'Er is zeer veel witloof, prei en asperges op de markt', zegt Busschaert.[4]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
   1. zie: witlof   

Gangbaarheid

  • Het woord witloof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[5]
  • frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal: [6]
        6
  • frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal: [6]
        6

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. witloof op website: Etymologiebank.nl
  4. De Standaard in:
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, witloof
  5. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  6. 1 2
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    “Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen” (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, witloof
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.