yoga

Niet te verwarren met: Yoga

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  yoga    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈjoɣa/ (2 lettergrepen); /ˈjoxa/
Woordafbreking
  • yo·ga
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Sanskriet, in de betekenis van ‘Indische mystiek’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1]
  • van Sanskriet योग (yóga) wat "verenigen" of "in overeenstemming brengen (met De Allerhoogste bewuste Persoon)" betekent [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord yoga -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deyogav/m

  1. (filosofie) het streven om door lichamelijke en geestelijke methoden van concentratie tot hogere bewustzijnstoestanden te geraken
    • Ik ben een jaar naar India gegaan om me te verdiepen in yoga. 
  2. (metonymisch) systeem van oefeningen om beheersing te verkrijgen over de geest en het lichaam, weliswaar afkomstig uit een bepaalde yogatraditie, de hathayoga, maar ook beoefend zonder geestelijk doel
    • Ik ben begonnen met yoga op de sportschool, want ik wil er mooi uitzien deze zomer. 
Hyponiemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
yogaën

yoga

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van yogaën
    • Ik yoga. 
  2. gebiedende wijs van yogaën
    • Yoga! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van yogaën
    • Yoga je? 

Gangbaarheid

  • Het woord yoga staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Deens

Zelfstandig naamwoord

yoga g

  1. yoga

Verwijzingen

    Engels

    Woordafbreking
    • yo·ga
    enkelvoud meervoud
    yoga -

    Zelfstandig naamwoord

    yoga

    1. yoga

    Frans

    Zelfstandig naamwoord

    yoga m

    1. yoga

    Italiaans

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: /ˈjɔɡa/
    Woordafbreking
    • yo·ga

    Zelfstandig naamwoord

    yoga m

    1. yoga

    Kawi

    Zelfstandig naamwoord

    yoga

    1. kind

    Noors

    Zelfstandig naamwoord

    yoga g

    1. yoga

    Papiaments

    Woordherkomst en -opbouw
    • Van het Spaanse, Engelse of Nederlandse yoga.
    enkelvoud of
    impliciet meervoud
    expliciet meervoud
      yoga     -  

    Zelfstandig naamwoord

    yoga

    1. yoga

    Spaans

    enkelvoud meervoud
    yoga -

    Zelfstandig naamwoord

    yoga m

    1. yoga

    Turks

    Zelfstandig naamwoord

    yoga

    1. yoga

    Zweeds

    Zelfstandig naamwoord

    yoga g

    1. yoga
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.