zbytek

Pools

Uitspraak
  • IPA: /zbɨ.tɛk/

Zelfstandig naamwoord

zbytek monbezield

  1. overmaat
Afgeleide begrippen
  • zbyteczny
Verwante begrippen
  • zbyt
  • zbytni
  • zbywać


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /zbɪtɛk/
  • Geluid:  zbytek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zby·tek
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het werkwoord zbýt met het achtervoegsel -ek

Zelfstandig naamwoord

zbytek monbezield

  1. rest; wie of wat er overblijft
    «Strávil zbytek dne v kanceláři.»
    Hij bracht de rest van de dag in het kantoor door.
  2. (wiskunde) rest; het gedeelte van een geheel getal dat bij geheeltallige deling door een tweede geheel getal overblijft
Verbuiging
Synoniemen
  1. zůstatek monbezield, pozůstatek monbezield, ostatek monbezield, reziduum o
  2. modulo o
Afgeleide begrippen
  • zbyteček monbezield
  • zbytečný
  • zbytkový
Typische woordcombinaties
  • beze zbytku – zonder rest
Verwante begrippen
  • zbývat

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.