zeshonderdtachtig

Nederlands

0680
zeshonderdtachtig,
op een abacus
Uitspraak
  • Geluid:  zeshonderdtachtig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌzɛshɔndərˈtɑxtəx/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zes·hon·derd·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

zeshonderdtachtig

  1. "680", het getal tussen zeshonderdnegenenzeventig en zeshonderdeenentachtig, zeshonderd plus tachtig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zeshonderdtachtig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zeshonderdtachtig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • zeshonderdtachtigste

hooftelwoorden samengesteld met "zeshonderdtachtig" ht als linkerdeel

  • zeshonderdtachtigduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord zeshonderdtachtig zeshonderdtachtigs
verkleinwoord zeshonderdtachtigje zeshonderdtachtigjes

Zelfstandig naamwoord

dezeshonderdtachtigv/m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 680 is aangeduid
    • Als jij zeshonderdtachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

dezeshonderdtachtigmv

  1. groep van 680 eenheden
    • Die zeshonderdtachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'zeshonderdtachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.