zijkant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zijkant    (hulp, bestand)
  • IPA: /zɛɪkɑnt/
Woordafbreking
  • zij·kant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zijkant zijkanten
verkleinwoord zijkantje zijkantjes

Zelfstandig naamwoord

dezijkantm

  1. datgene dat de zijde vormt
    • Aan de zijkant zit een handvat. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zijkant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.