zonnebloem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zonnebloem    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzɔnəˌblum/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈzɔnəˌblum/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈzɔnəˌblum/
Woordafbreking
  • zon·ne·bloem
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1581 [1]
  • samenstelling van  zon  en  bloem  met het invoegsel -e-  en medeklinkerverdubbeling (regel 2.B).
enkelvoud meervoud
naamwoord zonnebloem zonnebloemen
verkleinwoord zonnebloempje zonnebloempjes

Zelfstandig naamwoord

dezonnebloemv

  1. (plantkunde) Helianthus annuus , een tot 3 meter hoge plant met een grote gele bloem
    • Zij probeerden zo hoog mogelijke zonnebloemen te kweken. 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zonnebloem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Papiaments

Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud of
impliciet meervoud
expliciet meervoud
  zonnebloem     zonnebloemnan  

Zelfstandig naamwoord

zonnebloem

  1. (plantkunde) zonnebloem
Schrijfwijzen
  • Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: zòneblum.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.