criminologie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  criminologie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cri·mi·no·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord criminologie criminologieën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

decriminologiev

  1. (wetenschap) sociologie van misdaad en misdadigheid
    • Eind jaren zeventig van de twintigste eeuw(!) leidde een poging tot onderzoek in de biosociale criminologie door Wouter Buikhuisen nog tot grote onrust in links Nederland wegens het 'politiek incorrecte' karakter hiervan 
     Buikhuisen kwam eind jaren 70 in opspraak nadat hij had aangekondigd onderzoek te willen doen naar de rol die erfelijkheid speelt bij crimineel gedrag. Buikhuisen was op dat moment werkzaam als hoogleraar criminologie aan de Universiteit van Leiden. Zowel in het maatschappelijk debat als onder zijn collega's kregen zijn onderzoeksvoorstellen felle kritiek.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord criminologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Criminoloog Wouter Buikhuisen (91) overleden” (10 mei 2025), NOS
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

criminologie

  1. (wetenschap) criminologie

Meer informatie