1. svátek vánoční

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /pr̩vɲiː svaːtek vaːnɔʧɲiː/
Woordafbreking
  • 1. svá·tek vá·noč·ní
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van het telwoord 1., het zelfstandig naamwoord svátek en het bijvoeglijk naamwoord vánoční

Zelfstandig naamwoord

1. svátek vánoční monbezield

  1. (religie)(kerst) eerste kerstdag; een christelijke feestdag op 25 december.
Verbuiging
Synoniemen
  • Boží hod vánoční monbezield
  • Slavnost Narození Páně v
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.