Feierdaag
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- Fei·er·daag
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van Feier zn "feest" en Daag zn "dag"
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Feierdaag | der Feierdaag | Feierdaage | die Feierdaage |
datief | me Feierdaag | em Feierdaag | Feierdaage | de Feierdaage |
accusatief | en Feierdaag | der Feierdaag | Feierdaage | die Feierdaage |
Zelfstandig naamwoord
Feierdaag, m
- feestdag
- «Mariye is en Feierdaag do in Amerikaa.»
- Morgen is een feestdag hier in de Verenigde Staten.
- «Mariye is en Feierdaag do in Amerikaa.»
Antoniemen
Hyponiemen
- Bresidentsdaag
- Gedechtnisdaag
- Grischtdaag
- Oschder
- Pingschde
Verwante begrippen
- feiere
- Feierowed
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.