Folkslied

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈfɔlksliːt /
Woordafbreking
  • Folks·lied
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Duitse woord  Volkslied zn  en evenzeer samenstelling van  Folk zn "volk"  en  Lied zn "lied"  met het invoegsel -s- 
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Folksliedes FolksliedFolksliederdie Folkslieder
datief me Folksliedem FolksliedFolksliederde Folkslieder
accusatief en Folksliedes FolksliedFolksliederdie Folkslieder

Zelfstandig naamwoord

Folkslied, o

  1. (muziek) luisterlied, volksdeuntje
    «Mir hen in re Karrich en arrig gudes Folkslied gsunge.»
    We hebben in de kerk een zeer goed luisterliedje gezongen.
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.